Home / Auteurs / Ceetezet / DNA, ID en DI of Wie schrijft die blijft

DNA, ID en DI of Wie schrijft die blijft

Sommige historici, ook de groteren onder hen, onderzoeken en schrijven in feite op therapeutische, of misschien beter gezegd, ‘existentiële’ basis. Zij gebruiken het verleden om zich af te kunnen keren van het heden en, meer nog, van de horizonten die vóór hen liggen. Hun vakgebied verschaft aan hen bijna letterlijk, in ieder geval figuurlijk, een houvast.

Het klinkt in deze context als een verwijt, een aanklacht bijna, maar zo is het zeker niet bedoeld. Want hebben zij daartoe niet volkomen het recht? Niet alleen als historicus of historica in kwestie, maar ook als mens? Sterker nog, heeft niet ieder schepsel daartoe het recht? Nog sterker, is de historie die ieder van ons in zich draagt, niet een onmisbare factor bij het zoeken naar zingeving of streven naar acceptatie van het leven? Even onmisbaar als het heden en de toekomst? Leven wij niet allen tegelijk in en mét een ‘hiertoenmaals’, een ‘hiernumaals’ en een ‘hierdanmaals’ waarmee wij, excusez le mot, maar moeten zien te ‘dealen’?

‘Het verleden kent één zekerheid, namelijk dat het voorbij is,’ aldus een anonieme geschiedfilosoof wiens stelling wij hier met kracht willen bestrijden. Wij poneren daartoe eerst: ‘Het verleden kent één zekerheid, namelijk dat het steeds groter wordt.’ Niet alleen als entiteit, maar ook in en dóór elk individu. Want het verleden in ons groeit in twee-eenheid met het heden. Wij bouwen als mensheid organisch voort op al wat was. Maar ook de toevallige ontmoeting met een oude liefde, om maar een alledaags voorbeeld te noemen, kan het verleden doen herleven, weer doen groeien. Soms tegen wil en dank. ‘Geschiedenis leeft’, aldus ooit het motto van een archiefinstelling, gevestigd in een deels transparant gebouw op geringe afstand van Blalo. En zo is het, ook volgens inzichten buiten de historische wereld.

Immers, ieder mens wordt geboren met een uniek DNA, de code van het leven, waarin zijn of haar biologische identiteit, vrij vertaald De Natuurlijke Afstamming, is vervat. Maar ook het verhaal van de individuele mens en van de mensheid heeft in ons DNA zijn sporen. Ontelbare draden en schakels (´Kein Tierchen so froh wie ein Spermatozo´) leiden vanuit het verhaal van het verleden, telkens en telkens weer, tot een nieuw wezen met zowel een universele als een strikt individuele kern. En met dit DNA moet, of mag, zo’n wezen zijn of haar weg op de wereld maar zien te vinden. In feite is dat leven zelf nog het meest prozaïsche part van de trits ´toen´, ´nu´ en ´dan´. Minder prozaïsch weliswaar dan een attribuut dat op een gegeven moment onvermijdelijk en onmisbaar schijnt te zijn bij het bewandelen van de wegen in het hiernumaals: een identiteitskaart, kortweg een ID. Maar toch.

Van veel meer importantie dan een ID zijn in de dynamische tijd van tegenwoordig twee omgekeerde letters, DI dus, die staan voor onze Digitale Identiteit.Wij komen hier op het terrein van het virtuele leven. Op dit gebied, óók op dit gebied, wordt onze nietigheid als mens allengs groter. De contradictio in terminis van een ‘groeiende nietigheid’ zegt alles. (Toch?)

Want de DI ontstaat en groeit als ware de houder bijkans wilsonbekwaam, net zo min als hij of zij iets te zeggen heeft gehad over de eigen natuurlijke afstamming, het eigen DNA dus. Je hebt het er maar mee te doen. Al worden daarover, als het gaat om nature en/of norture, heftige discussies gevoerd en wordt daar ook in levensbeschouwelijke zin wel anders over gedacht.

Hoe dan ook: de trojka DNA, ID, DI - trojka hier, trojka daar, trojka voor ons allemaal -, het bestaan van de moderne mens dus, is te vatten in de formule:

I
     DNA
I

Korter kunnen wij het niet maken.
Wel voegen wij hier nog aan toe:
‘Wie schrijft, die blijft. Ook virtueel.’