Home / Auteurs / Kiekes Agterom

Ik ben geen action coach, geen technical engineer en doe ook niets met risicovolle taxes dit of dat of een paardenstal. Ik ben wél de schrijver Wim Coster, in het…
Lees meer

‘Ach ja,’ verklaart de voor het grote publiek nog anonieme Ceetezet, wij benoemden hem op eigen kracht reeds tot dichter- filosoof, ‘de een heeft plotseling de onbedwingbare lust tot het…
Lees meer

De kinderverhalen- en liedjeschrijver Wim van den Hoeck is een man die methet schrijden der jaren steeds meer het speelse (‘het ludieke’ mag hij zelf graag zeggen) in zichzelf ontdekte…
Lees meer

Voor de in het enige flatje te Blalo woonachtige vertaler uit het Russisch Klaas Kampvuur (ps. Koctëp) verwijzen wij ook naar de inleiding over de tot voor kort gemankeerde journalist…
Lees meer

Een poging tot gesprek Op een zonnige zomerse dag doen wij, naar al spoedig zal blijken tevergeefs, een poging tot gesprek met de liefhebber-historicus en oud-hoofdonderwijzer Naet van de Kous.…
Lees meer

Over Willem H. Molenaar moeten wij - tenminste, als het gaat om zijn publicaties - helaas kort zijn. In de loop van enkele tientallen jaren schreef hij verschillende historisch getinte…
Lees meer

Een voornaam lijkt hij niet te hebben, al heet hij Toine. Iedereen noemt hem gewoon T. Walet. Of eigenlijk moeten we zeggen ‘noemde’. Want na zijn eerste uitgebreide artikel in…
Lees meer

Gasten van verschillende pluimage.
Lees meer

Kiekes Agterom

Als een echte historicus loopt Kiekes Agterom constant achter de feiten aan. ‘Check, check, doublecheck,’ zou hij zeggen als hij Engels sprak. Maar Kiekes spreekt geen Engels, geen woord. ‘Ik ken geen Angels’ pleegt hij te zeggen. Onvervalst ‘Blaoloos’ daarentegen, spreekt hij desgewenst wel. Net als Annuk uut Blalo. Annuk schrijft zelfs in het plaatselijk dialect en hij beschouwt zich dan ook als een hoeder van deze taal; het ‘plat’, om die geuzennaam maar eens te bezigen.

Edoch, het gaat hier om Kiekes - evenals een andere plaatsgenoot, de hierna voor te stellen Naet van de Kous - liefhebber-historicus. Het probleem, als we dat tenminste zo mogen noemen, is echter dat (ook) Kiekes helemaal geen historicus ís, maar verslaggever van de Blalo Bode en dat hij in die hoedanigheid alleen oud nieuws weet te scoren. Hij heeft er zelfs zijn handelsmerk van gemaakt. Een gebeurtenis als de beruchte Watersnood in februari 1825 bijvoorbeeld, toen de kusten van de Zuiderzee werden geteisterd door een zware noordwester storm, brengt hij Als de Dag van Gisteren. En wanneer de nostalgie er vanaf druipt, ontbreekt in zijn stukjes nooit zijn gevleugelde uitspraak Ach Lieve Tijd. Voortdurend beweert hij, dat hij zo ongeveer alles Met Eigen Ogen heeft gezien. Als het om wat voor reden dan ook heikel wordt, spreekt hij In Naam van Oranje. In zijn schaarse vrije tijd werkt hij, tot verdriet of misschien ook wel tot vreugde, van zijn Gerritdina aan het (volgens hem) encyclopedische standaardwerk in wording Documentaire Twintigste Eeuw.

Maar toch, het heeft wel wat: Kiekes en zijn geheel eigen kijk op de tijd en de werkelijkheid.