Home / Auteurs / T. Walet

Ik ben geen action coach, geen technical engineer en doe ook niets met risicovolle taxes dit of dat of een paardenstal. Ik ben wél de schrijver Wim Coster, in het…
Lees meer

Als een echte historicus loopt Kiekes Agterom constant achter de feiten aan. ‘Check, check, doublecheck,’ zou hij zeggen als hij Engels sprak. Maar Kiekes spreekt geen Engels, geen woord. ‘Ik…
Lees meer

‘Ach ja,’ verklaart de voor het grote publiek nog anonieme Ceetezet, wij benoemden hem op eigen kracht reeds tot dichter- filosoof, ‘de een heeft plotseling de onbedwingbare lust tot het…
Lees meer

De kinderverhalen- en liedjeschrijver Wim van den Hoeck is een man die methet schrijden der jaren steeds meer het speelse (‘het ludieke’ mag hij zelf graag zeggen) in zichzelf ontdekte…
Lees meer

Voor de in het enige flatje te Blalo woonachtige vertaler uit het Russisch Klaas Kampvuur (ps. Koctëp) verwijzen wij ook naar de inleiding over de tot voor kort gemankeerde journalist…
Lees meer

Een poging tot gesprek Op een zonnige zomerse dag doen wij, naar al spoedig zal blijken tevergeefs, een poging tot gesprek met de liefhebber-historicus en oud-hoofdonderwijzer Naet van de Kous.…
Lees meer

Over Willem H. Molenaar moeten wij - tenminste, als het gaat om zijn publicaties - helaas kort zijn. In de loop van enkele tientallen jaren schreef hij verschillende historisch getinte…
Lees meer

Gasten van verschillende pluimage.
Lees meer

T. Walet

Een voornaam lijkt hij niet te hebben, al heet hij Toine. Iedereen noemt hem gewoon T. Walet. Of eigenlijk moeten we zeggen ‘noemde’. Want na zijn eerste uitgebreide artikel in de Blalo Bode, het verslag van een kampeerreis naar Rusland, heeft hij weinig of niets meer van zich laten horen of zien, maar vooral niets meer gepubliceerd. De reden was, dat de redactie hem meteen na dat artikel in de zomer van 1973 (!) van alle verdere verplichtingen ontsloeg, feitelijk ontsloeg dus. Het verslag van deze expeditie per aftandse Volkswagen, samen met de latere vertaler Klaas Kampvuur, bevatte namelijk enkele onbetamelijke passages.

Om te beginnen deden de beide schrijvers, in wisselende volgorde, kond van hun intieme kennismaking met een (naar later bleek plaatselijk, dat wil zeggen alleen ten top) geblondeerde Russin.

De dame, die zich tooide met de naam Nina, was trots op haar ontmoetingen met de internationaal bekende dammer en latere wereldkampioen Harm, ‘Charm’ dus, Wiersma. Dit wekte vertrouwen en de twee jonge reizigers stonden bereidwillig panty’s en andere meegebrachte handelswaar af aan de achteraf beschouwd al niet meer zo jonge dame. Zij wist hen beiden, beurtelings, eerst úit en toen ín de tent te lokken. Ook des nachts, met alle gevolgen van dien.

T. Walet meende over deze gebeurtenissen te moeten berichten in de Blalo Bode. W. Kampvuur permitteerde het zich bovendien een scabreus, door hem via genoemde dame opgedaan, uit het Russisch overgezet kampliedje ter publicatie aan te bieden.

Wij laten het hier als redactie volledigheidshalve, maar zonder instemming of goedkeuring en ook niet in vertaling, volgen. Daarbij beperken wij ons tot een transcriptie van het Russische origineel, onder toevoeging van de opmerking dat de vertaling indertijd wel erg vrij was, maar dat de toenmalige redactie dat (uiteraard) niet kon beoordelen en dat men als schrijver soms veel woorden nodig kan hebben om niets te zegen:

Jólka, pólka, ljes goestój,

djéwoesjka ljóebit choej tolstój!

Hoe dit ook zij, de huidige uitgever van de Blalo Bode heeft gemeend aan T. Walet een herkansing te moeten bieden in de vorm van een voorlopig nul-uren-contract. Temeer daar hij, na langdurige omzwervingen in de Oude Wereld, van Moskou tot Parijs, is teruggekeerd naar Blalo en zich daar metterwoon, als bovenbuur van Klaas Kampvuur, opnieuw heeft gevestigd.